BAS
Baangebruik

Schiphol is als luchthaven een knooppunt van een wereldwijd netwerk van verbindingen voor luchtverkeer. Op een knooppuntluchthaven, of “hub”, is er op bepaalde momenten van de dag veel binnenkomend verkeer en minder uitgaande vluchten. Op andere momenten is er weer meer uitgaand verkeer dan binnenkomend. Het baangebruik wordt bepaald door middel van preferentietabellen en is afhankelijk van onder andere het weer en onderhoud.

Ga naar het actuele baangebruik →

Schiphol heeft zes start- en landingsbanen: de Kaagbaan, Zwanenburgbaan, Buitenveldertbaan, Aalsmeerbaan, Polderbaan en Schiphol-Oostbaan. De Polderbaan en Kaagbaan worden als eerste en zo vaak mogelijk in gezet, omdat de vliegroutes voor deze banen boven minder dichtbevolkte gebieden liggen. Schiphol stelt de banen beschikbaar aan Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL). LVNL bepaalt vervolgens wanneer welke banen en baancombinaties worden ingezet. Dit is onder andere afhankelijk van weersomstandigheden, veiligheid, verkeersaanbod en actueel baanonderhoud.

Het banenstelsel van Schiphol

Hoe worden de banen ingezet?

Binnen de luchtvaart is veiligheid het allerbelangrijkst. Welke banen en baancombinaties worden ingezet, is in de eerste plaats afhankelijk van het weer. Ook de milieuregels spelen een belangrijke rol bij het bepalen van het baangebruik. Met de omgeving is afgesproken hoe de banen op Schiphol bij voorkeur worden ingezet. Dit gebeurt aan de hand van de zogenoemde preferentievolgorde, waarbij de Kaagbaan en de Polderbaan zoveel mogelijk worden ingezet.

Wanneer twee startbanen in gebruik zijn, mogen startende vliegtuigen vertrekken vanaf de baan die qua ligging het best aansluit op de richting van de bestemming. Daardoor kan het voorkomen dat er vanaf de ene startbaan een aantal vliegtuigen achter elkaar vertrekt, maar vanaf de andere een korte periode geen een. Dat geldt ook wanneer er twee landingsbanen in gebruik zijn. Vliegtuigen landen op de baan vanuit hun aankomstrichting. Voor het gebruik van de banen heeft de overheid regels opgesteld. Wanneer er één baan in gebruik is voor landen, dan komt het verkeer uit alle richtingen op deze baan aan. Wanneer er één startbaan in gebruik is, zal ook het verkeer naar alle richtingen van deze baan vertrekken.

Preferentievolgorde

Overdag zijn er meerdere preferentietabellen: een voor starten tijdens pieken, een voor landen tijdens pieken en een voor tussen de piekmomenten door. Ook zijn er preferentietabellen voor ’s nachts en wanneer er een baan in onderhoud is. De preferentielijst is onderdeel van het Nieuwe Normen- en Handhavingsstelsel van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Lees meer over de Wet- en regelgeving.

De preferentievolgorde betreffende het baangebruik op Schiphol

Invloed op baangebruik

Er zijn meerdere factoren die van invloed zijn op baangebruik. Weersomstandigheden en baanonderhoud spelen daarbij een grote rol.

Weersomstandigheden

De windrichting en sterkte van de wind zijn belangrijk als het gaat om baangebruik. Voor de veiligheid van het vliegverkeer moeten vliegtuigen zo veel mogelijk tegen de wind in landen en starten. Maar, ook weinig zicht, laaghangende wolken, sneeuw of ijs, buien of onweer kunnen invloed hebben op het baangebruik. In die gevallen kunnen luchtverkeersleiders besluiten andere start- en landingsbanen in te zetten. Lees meer over weersinvloeden.

Baanonderhoud en baaninspecties

Dagelijks worden verschillende start- en landingsbanen op de luchthaven intensief gebruikt. Vooral de Kaagbaan en Polderbaan. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat de banen en alles daaromheen, zoals verlichting, afwatering en systemen, in goede staat zijn. Daarom voert Schiphol regelmatig onderhoud uit op en rond de banen. De banen worden vanwege de veiligheid volgens internationale regels dagelijks op vaste momenten geïnspecteerd. Tijdens deze baaninspecties of dit baanonderhoud is de baan niet beschikbaar en zet LVNL een andere baan in. Lees meer over baanonderhoud.

Piekmomenten

Gedurende de dag zijn er op Schiphol afwisselend perioden met veel vertrekkende of binnenkomende vluchten, deze momenten worden piekmomenten genoemd. Tijdens piekmomenten worden ruim honderd vluchten per uur afgehandeld.

Overdag zijn tijdens de piekmomenten drie banen tegelijk in gebruik. Afhankelijk van het verkeersaanbod zijn dat twee startbanen en één landingsbaan of twee landingsbanen en één startbaan. Buiten de drukke momenten wordt er één landingsbaan en één startbaan ingezet, bijvoorbeeld ‘s nachts. De piekmomenten voor starten en landen kunnen soms overlappen. Op dat moment kunnen er tijdelijk vier banen in gebruik zijn: twee startbanen en twee landingsbanen. Dat gebeurt wanneer een landingspiek in een vertrekpiek overgaat, of andersom.

Rekening houden met de omgeving

LVNL zet zoveel mogelijk de voorkeursbanen Polderbaan en Kaagbaan in. Tussen 23:00 en 6:00 uur mogen er op en van Schiphol minder vliegtuigen landen en vertrekken. Daarom zet LVNL ‘s nachts één startbaan en één landingsbaan in. Dat zijn bijna altijd de Polderbaan en Kaagbaan, tenzij deze niet inzetbaar zijn vanwege het weer of onderhoud. Daarnaast hebben Schiphol en LVNL een programma ontwikkeld om de ervaren hinder in de omgeving te verminderen. Kijk voor meer informatie op de website minderhinderschiphol.nl.

Veelgestelde vragen

Welke start- en landingsbanen zijn in gebruik?

Welke banen worden er in de nacht gebruikt?

Waarom zijn de Kaagbaan en de Polderbaan vrijwel altijd in gebruik?

Staat uw vraag er niet tussen?

Ga naar alle veelgestelde vragen