BAS
25-11-2022 | Vooruit- en terugblik vliegverkeer
09-12-2022 | Vooruit- en terugblik vliegverkeer

Vooruitblik komende week

12 t/m 25 december 2022 | Week 50 + 51

Verwachting

In de weken van 12 -25 december 2022 verwachten we gemiddeld 1.005 vluchten per dag op Schiphol. Richting het einde van het jaar zien we een vergelijkbaar beeld.

Piekmomenten

Verwachte piekmomenten

We verwachten op een gemiddelde dag de volgende piekmomenten:

  • Landen: 07:00 – 09:20 uur
  • Starten: 09:20 – 11:00 uur
  • Landen: 11:00 – 11:40 uur
  • Starten: 11:40 – 13:00 uur
  • Landen: 13:00 – 13:40 uur
  • Starten: 14:20 – 15:20 uur
  • Landen: 15:20 – 16:00 uur
  • Starten: 16:40 – 17:40 uur
  • Landen: 18:20 – 20:00 uur
  • Starten: 20:40 – 22:00 uur

Bovenstaande piektijden zijn richttijden voor de verkeersleiding om het baangebruik te plannen. Op de dag zelf kunnen de piekmomenten verschuiven als gevolg van verschuivingen in het daadwerkelijke aanbod van vliegverkeer, bijvoorbeeld als gevolg van vertragingen door weersomstandigheden of verstoring van het afhandelingsproces van een vliegtuig aan de gate.

Wat zijn piekmomenten?

Op de piekmomenten kan een tweede baan worden ingezet voor startend verkeer (bovenzijde figuur) of landend verkeer (onderzijde figuur). Het is mogelijk dat er, buiten deze verwachte pieken, periodes zijn op de dag waarin het verkeersaanbod dusdanig hoog is dat er een tweede baan wordt ingezet.

Bijzonderheden

Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) kan momenteel door meerdere oorzaken op twee momenten in de avond (ongeveer 17.40 tot 18.20 uur en 20.00 tot 20.45 uur) onvoldoende luchtverkeersleiders inzetten. Op deze twee momenten wordt geen verkeersleiding gegeven vanuit Toren-West waardoor de Polderbaan niet kan worden ingezet. Meer informatie hierover vindt u hier.

Terugblik afgelopen week

21 november t/m 4 december 2022 | Week 47 + 48

Baangebruik

In week 47 en 48 waren er gemiddeld 992 vluchten per dag (gemiddelde prognose 1.000). Ten opzichte van de vorige weken (respectievelijk 46 en 47) is het aantal vluchten afgenomen. Vergeleken met dezelfde weken in 2019, pré-corona, lag het aantal vluchten op 78%.

Kaagbaan29,6%
Buitenveldertbaan3,6%
Polderbaan34,7%
Schiphol-Oostbaan0,1%
Zwanenburgbaan15,2%
Aalsmeerbaan16,8%

Baangebruik

Ruim de helft van de vluchten is geland of gestart vanaf de Polderbaan en de Kaagbaan, respectievelijk 35% en 30% van het vliegverkeer.

De Zwanenburgbaan en Aalsmeerbaan zijn gebruikt als tweede baan tijdens start- en landingspieken of wanneer andere banen niet ingezet konden worden wegens werkzaamheden of weersomstandigheden. Deze banen zijn respectievelijk gebruikt voor 15% en 17% van de vluchten.

De Buitenvelderbaan is voor 4% van de vluchten gebruikt, zowel voor startend verkeer als landend verkeer. De Buitenveldertbaan is op momenten ingezet wanneer andere banen niet gebruikt konden worden wegens weersomstandigheden – vooral door buien en slecht zicht – of werkzaamheden.

De Schiphol-Oostbaan – waarop 0,1% van het verkeer is geland – is op 28 november in de middag kort ingezet als tweede landingsbaan tijdens de landingspiek omdat de Zwanenburgbaan vanwege kortdurende werkzaamheden niet kon worden ingezet.

Aantal melders

In week 47 (21 t/m 27 november) zijn er door 473 melders meldingen ingediend, dit is circa 12% minder dan de week ervoor.

In week 48 (28 november t/m 4 december) zijn er door 612 melders meldingen ingediend, dit is circa 29% meer dan de week ervoor.

* Deze aantallen zijn nog niet definitief. Er kunnen nog meldingen binnenkomen over de afgelopen week.

Vraag van de week

Waarom is bij verminderd of beperkt zicht sprake van aangepast baangebruik?

De zichtomstandigheden spelen een belangrijke rol bij het bepalen van de baancombinaties. Ook de capaciteit wordt door de zichtomstandigheden beïnvloed. Hoe minder het zicht, hoe groter de onderlinge afstand die tussen vliegtuigen tijdens de nadering moet worden aangehouden. Vliegtuigen kunnen met behulp van het Instrument Landing System (ILS) precisielandingen maken. Ook bij mistomstandigheden kan daarmee, al dan niet automatisch, worden geland. Wanneer er op twee banen wordt geland kan er sprake zijn van een baancombinatie waarbij het gebruik van de ene baan het gebruik van de andere baan beïnvloedt. Dan is er sprake van afhankelijk baangebruik. Alleen bij het gebruik van twee parallel liggende landingsbanen is er sprake van onafhankelijk baangebruik. Bij afhankelijk baangebruik kan niet volledig worden uitgesloten dat vliegtuigen die hun nadering afbreken en een zogenoemde doorstart maken, in elkaars vliegpad komen. Daarom mogen afhankelijke baancombinaties alleen worden gebruikt bij voldoende zicht. Vliegers en verkeersleiders zien dan mogelijke onveilige situaties aankomen en kunnen tijdig ingrijpen. Afhankelijke baancombinaties voor landende vliegtuigen mogen alleen worden gebruikt wanneer de wolkenbasis niet lager is dan 2000 ft (ongeveer 660 meter) en er een horizontaal zicht is voor verkeersleiders en vliegers van tenminste vijf kilometer.

Achtegrondinformatie afhankelijke baancombinaties

  • In een landingspiek is het belangrijk dat bij de twee landingsbanen zo min mogelijk kans is op kruisend verkeer in het geval van een doorstart. Daarom worden landingsbanen gebruik die parallel liggen. Bijvoorbeeld de Polder- en Zwanenburgbaan of de Zwanenburg- en Aalsmeerbaan.
  • In een startpiek is het belangrijk dat er bij twee startbanen zo min mogelijk kans is dat vliegtuig elkaar kruisen in de lucht. Daarom wordt bij slecht zicht tijdens een startpiek zoveel mogelijk gestart van startbanen die een andere kant op wijzen. Vaak wordt hierbij de Buitenveldertbaan ingezet.
  • Bij BZO-D hebben we geen start- of landingspieken meer en gaan we terug naar 1+1 baangebruik, bijvoorbeeld Kaagbaan en Polderbaan.

Achtergrondinformatie verminderd en beperkt zicht

Van verminderd zicht is sprake als het horizontale zicht minder dan vijf kilometer is. Dit wordt Runway Visual Range (RVR) genoemd. Of als de wolkenbasis op minder dan 300 meter (1.000 voet) hoogte is.

Als het zicht minder is dan 1.500 meter en de wolkenbasis lager is dan 100 meter (300 voet), dan hebben piloten en luchtverkeersleiders niet meer genoeg zicht op de start- en landingsbanen en taxibanen. Er is dan sprake van Beperkt Zicht Omstandigheden (BZO).

Beperkt Zicht Omstandigheden (BZO)

Er zijn vier niveaus BZO – A, B, C en D – waarbij niveau D staat voor het slechtste zicht.

  • BZO A: Het zicht in het veld is minder dan 1,5 kilometer en de wolkenbasis ligt tussen de 60 en 100 meter;
  • BZO B: Het zicht op de in gebruik zijnde banen is minder dan 550 meter en de wolkenbasis is lager dan 60 meter;
  • BZO C: Het zicht op de landingsbaan is minder dan 350 meter
  • BZO D: Het zicht op de landingsbaan, Kaagbaan of Buitenveldertbaan, is minder dan 200 meter.